Arrow Rock Festival, 13.06.2004 (Lichtenvoorde, NL)

Lang geleden (de jaren zestig) was er eens een stel creatieve geesten. Ze woonden in Canterbury, noemden zich Wilde Flowers en hielden zich bezig met rhythm & blues, vermengd met jazz en Britse folkinvloeden. Toen Wilde Flowers in 1966 uit elkaar viel, kon niemand bevroeden dat het collectief de geschiedenis in zou gaan als oergroep van de Canterbury-scene, een van de meest invloedrijke en kunstzinnige muziekstromingen van het Engeland van de zestiger jaren. Maar toch gebeurde zulks: de ene helft van de groep (zanger Kevin Ayers en drummer/zanger Robert Wyatt) verliet het gezelschap om Soft Machine op te richten. Het andere kamp, bestaande uit de gitaristen Pye Hastings en Richard Sinclair, toetsenist David Sinclair en drummer Richard Coughlan maakte in 1968 een doorstart onder de naam Caravan.

In het kielzog van Soft Machine raakte de band in de Londense underground verzeild, al moest Caravan aanvankelijk wel genoegen nemen met een plaats in de schaduw van haar grote broer. Niettemin wist de groep zich eind jaren zestig/begin jaren zeventig te profileren als een van de origineelste en innovatiefste acts uit het landelijke clubcircuit. Jazz en folk waren nog immer een belangrijk bestanddeel, stevige rock en een flinke dosis psychedelica maakten het karwei af. Het titelloze debuutalbum (1968) en opvolger If I Could Do It All Over Again, I’d Do It All Over You (1970) bezorgden Caravan een stevige cultstatus, met de daarbij behorende hondstrouwe aanhang. In 1970 speelde de band op het Holland Pop Festival in Kralingen, een jaar later volgde de release van In The Land Of Grey And Pink, waarmee Caravan definitief doorbrak in Engeland en omstreken.

Toen het vizier in 1975 op de VS werd gericht, had Caravan er al wat gerommel in de bezetting opzitten. Een flinke Amerikaanse tournee van vijftig shows leverde een boel positieve aandacht op, de plaat Cunning Stunts kwam zowaar op de 124e plaats in de Amerikaanse albumlijsten terecht. Maar deze laatste poging tot wereldfaam was helaas net te laat: punk en disco waren in opkomst en de experimentele Caravan-sound was niet ‘hot’ genoeg voor de late jaren zeventig. In de vroege jaren tachtig hield het originele Caravan het dan ook voor gezien.

Na enkele incidentele activiteiten werd de naam Caravan in 1990 weer onder het stof vandaan gehaald. Een ‘eenmalige’ reünie van Pye Hastings, Dave en Richard Sinclair en Richard Coughlan leidde tot hernieuwde interesse in de band en sindsdien is de band weer actief in allerlei line-ups, waarin Pye Hastings de constante factor is. Richard Sinclair hield het hernieuwde Caravan midden jaren negentig voor gezien, zijn neef Dave vertrok in 2002. Hastings en Coughlan storten zich gelukkig nog steeds vol overgave in de reïncarnatie van hun band, die nu al bijna vijftien jaar voortduurt. En voor de progrockers op het Arrow Rock-festival staat één ding vast: Caravan zet de tent op z’n kop!